Harold Zwiers, Den Ham
Generaal Kampioen VNCC o.a. 2009 Afd. 9 (850 leden)
Op de valreep van het nieuwe seizoen, bracht ik een bezoek aan Harold Zwiers (40) in Den Ham op de grens van afdeling 9 en 10. De reden van het bezoek is het behaalde kampioenschap in 2009 van de VNCC, de populaire fondclub van de nationale concoursen in de afdeling 9. Al jaren speelt Harold “vooraan” in deze club en de laatste jaren speelde hij meer dan eens in de top 10 van de eindklasseringen. Ook een vluchtoverwinning is hem niet vreemd; in 2008 speelde hij nog een 1ste VNCC, tevens 5e nationaal S3 van Montauban. De titel van Generaal Kampioen VNCC 2009 is in feite een bevestiging van de kwaliteiten van deze nog jonge liefhebber met een enorme passie voor de grote fond.
Internet en de Jeugd
Nu is Harold met zijn 40 jaren geen “jeugd” meer, maar hij behoort in ieder geval tot de jeugdigen onder de duivenliefhebbers. Kenmerk van de jeugd is, dat het begrip “internet” volkomen ingeburgerd is. Ook Harold is dagelijks te vinden achter het scherm en speurt het internet af. Ook een regelmatig bezoeker van het duivenforum van Wim Brom. Hij heeft door dit medium veel contact met collega duivenmannen die ook op “het net” te vinden zijn. Ook ontstaan er op deze manier op gemakkelijke wijze contacten tussen liefhebbers onderling. Op deze manier worden er af en toe duifjes geruild. Je hoort het wel vaker, dat, als je op nationaal niveau weet te presteren en je op één of andere manier “in the picture” weet te spelen, je ook gemakkelijker contacten weet te leggen. “Deuren gaan voor je open”. Zo ook voor Harold die door zijn prestaties en het “internet” veel contacten heeft met nationale toppers.
Generaal Kampioen Onaangewezen VNCC
Om Generaal kampioen te worden is het qua rekenwerk heel “simpel”: de eerste duif uit de klok telt als enige voor de punten. Met andere woorden: als je maar zorgt, dat je steeds met één duif bovenaan in de uitslag, dan ben je de man, of liever gezegd: “De Generaal Kampioen”. Maar zo simpel is het niet. Harold zit er de laatste jaren heel dicht bij. Bijna 10 jaar geleden (2001) 9e onaangewenzen en 12e aangewezen; 2002 werd het 2e onaangewezen kampioen 3e aangewezen kampioen en tevens de 5e asduif; In 2003: 15e Onaangewezen Kampioen en 5e aangewezen; in 2004: 12e Onaangewezen kampioen ; in 2005: 9e Onaangewezen kampioen en 5e aangewezen; in 2006: 2e Onaangewezen kampioen en 1e aangewezen kampioen.Tevens een 1e in VNCC van Montauban. In 2007: 2e Onaangewezen kampioen, maar ook eeen 1e VNCC van Limoges ; In 2008 werd het een 4e Onaangewezen kampioen. Kortom:het moest een keer gebeuren, dat de bovenste ereplaats betreden zou moeten worden. In seizoen 2009 wat het dan zo ver: 1ste Generaal Kampioen Onaangewezen van de VNCC.
Limoges, 824 km, 3063 duiven, 35 mee en 17 prijzen: 9-22-50-76-79-133-151-161-192-270-281-302-514-561-648-690-758.
Montauban 994 km, 1261 duiven, 19 mee en 10 prijzen: 3 (Hector)-47-93-112-140-148-161-286-297-298.
Périgueux 914 km, 3910 duiven, 30 mee en 11 prijzen: 81-95-109-161-223-424-437-481-751-813-916.
Vincent 1139 km, 1386 duiven, 14 mee en 2 prijzen: 20 ((Hector)-298.
Bordeaux 989 km, 1609 duiven, 17 mee 5 prijzen: 5 (Hector)-25-73-173-335.
Bergerac 905 km, 3598 duiven, 27 mee en 14 prijzen: 61-87-96-112-152-191-213-252-443-505-652-736-844-893.
Frankfurt a/d Oder 533 km, 27mee en 7 prijzen: 11-22-45-58-332-380-404.
Fenomeen “Hector”
Uit de bovengenoemde series kan duidelijk opgemaakt worden, dat “Hector” (03-1828451) het belangrijkste aandeel had in het Generaal Kampioenschap. Deze doffer haalde op drie vluchten een 3e, 5e en 20e plaats en daarmee de titel van 3e asduif VNCC. Een “fenomeen”, want op de 18 overnachtvluchten behaalde hij maar liefst 17 prijzen: In 2004 1x prijs ; in 2005 werden het 2 prijzen; in 2006 behaalde hij 4 prijzen; in 2007 4x prijs; 2008 3x prijs; in 2009 3x prijs.
Zijn duivin, Rooie Sien, werd 5e asduif in VNCC; een volle zus van deze duivin (Rooie Mien) werd 10e asduif VNCC. Deze twee duivinnen komen uit “Greta”, een duivin van 2003, die ook 15 prijzen op haar palmares heeft staan. Zij stond destijds tegen een zoon uit het Superkweekkoppel de 1336 x Morsie.
De “hoofdpersoon”, Hector, ofwel 03-1828451, komt uit de 98-5828517 (Brinkman x dochter “621” van Wim Derksen, Almelo) Deze ‘621”duivin won een 1ste Nationaal San Sebastian S 3 in 1994.) De moeder van Hector is 99-5911247 uit een Halfbroer van de “600”van Wim Derksen met een Brinkman duivin.
Hokbestand
Harold haalt alles uit zijn duiven; alle duiven op het hok (uitgezonderd de kwekers) dienen aan de start te verschijnen. Doffers en duivinnen op nest, maar ook doffers en duivinnen op weduwschap. Ook de jonge duiven gaan alle vluchten mee, ook op de vluchten die verder gaan dan 300 kilometer. Hij had afgelopen seizoen (2009) 24 koppels totaalweduwschap en 16 nestkoppels. In principe worden hele koppels ingekorfd, zowel wat weduwschap als nest betreft.
Afgelopen winter huisden er 123 duiven op zijn hok. Zo’n 55 duiven werden er gekoppeld op 2 januari j.l en momenteel telt het jonge duivenhok rond de 70 jonge duiven die in feite beschikken over een “overdekte ren” : volop lucht, volop gezondheid. Niet uit alle koppels wordt gekweekt: eieren uit de beste duiven worden onder de jaarlingen gelegd. En er zijn voedsterkoppels die de verzorging van de beste duiven overnemen. In feite brengen alleen de kwekers (16 koppels) en voedsterkoppels de jonge duiven groot
Medisch kort en bondig
Als ik het met Harold heb over de voorbereiding op de vluchten, met name m.b.t. het medisch aspect is hij kort en bondig: “Mijn jaarlingen hebben in hun hele leven nog geen geelkuur gehad. In feite krijgen mijn duiven een geelkuur zo’n 3 tot 4 weken voor de eerste overnachtfondvlucht. Verder geef ik mijn duiven echt alleen iets, als ze ziek zijn. Het klinkt misschien raar, maar het is wel zo. Ik probeer mijn duiven zo dicht mogelijk bij de natuur te houden. Veel trainen, goed voeren en proberen door de training de vorm erin te krijgen”, aldus Harold. “Voor mij begint vanaf 1 mei pas het echte seizoen. Alles wordt piekfijn in orde gemaakt. De stofzuiger gaat iedere dag mee het hok in; ook het deel onder de kap wordt volledig schoongemaakt. Vanaf 1 mei kun je op je sokken door het hok lopen: alles pico bello in orde. Ik begin dan rond 5.00 uur in de morgen, vervolgens na het werk ben ik ook heel wat uurtjes bezig om de duiven te verzorgen. Dan begint ook de voorbereiding van de duiven: alles gaat mee met de eerste vluchten. Vanaf 20 april starten ook de Duffel-vluchten (inkorven op dinsdag en los op woensdag). Het gebeurt dan dat de duiven soms 3x 200 kilometer in één week afleggen”.
Als voer gebruikt Harold een mengeling van Mariman, Matador en Beijers, aangevuld met Tovo,snoepzaad en pinda’s, zonnepitten en hennep voor het opvoeren naar de vlucht. En als dan het seizoen eenmaal op gang is gekomen en de vluchten begonnen zijn, dan gaat op zaterdag voor inkorving (als het weer het toelaat) om 4.00 u.de wekker en wordt om 5.30 uur richting Rosmalen gereden (120 km) om de duiven daar voor een africhting te lossen. Als Frankfurt a/d Oder op het programma staat, dan wordt er afgericht vanuit Osnabrück. Dit alles naast de dagelijkse training van 2x 1 ½ uur.
Tenslotte
Zoals iedereen kan lezen is een kampioen niet alleen iemand die bovenaan de lijst staat en een beker in ontvangst mag nemen. Voordat het zover is, gaat er heel wat aan vooraf: heel wat uurtjes met aandacht voor de duiven. Eigenlijk kunnen we zeggen: 4 maanden waarin alles duif is wat de klok slaat. Ofwel: “Je wordt niet zo maar kampioen”. Wat dat betreft verdienen kampioenen alle respect! Ze hebben het verdiend.
Jan Gremmen